d'une façon favorable (fr)[Classe]

gunstig; bevorderlijk — favorável[Classe]

heilzaam — salutar[Classe]

bonne réputation (fr)[Thème]

convenir (fr)[Thème]

(rechthebbende) — (demandante legítima; requerente legítima; demandante legítimo; requerente legítimo)[Thème]

aimer (fr)[Thème]

bien (fr)[Thème]

(belangwekkend; wetenswaardig; interessant), (niet onverschillig laten; interesseren) — (interessante), (interessar)[Thème]

(enig; plezierig; leuk; aangenaam) — (agradável)[Thème]

(paradijs) — (paraíso)[Thème]

(plezier; genoegen; genot; gein; pret; schik; welgevallen), (vermakelijkheid), (vertelsel; verhaaltje; het vertellen) — (prazer; gosto), (diversão), (conto; história; narração; narrativa)[Thème]

(unperfectible) (en)[Thème]

(rijkelijk; overvloedig), (in overvloed), (overvloedig aanwezig zijn; overvloedig zijn), (rijkdom; onuitputtelijkheid; overvloedigheid; weelderigheid; overvloed; weelde) — (abundante; profuso), (abundar), (riqueza; abundância)[Thème]

bon à manger (fr)[Thème]

beau temps (fr)[Thème]

(voldoening; ingenomenheid; bevrediging; tevredenheid; genoegen; genoegdoening), (content; tevreden; voldaan; bevredigd), (tevredenstellend; voldoening gevend; bevredigend; voldoening geven) — (satisfação; contentamento), (contente; satisfeito; realizado), (satisfatório; agradável; bom)[Thème]

temps libre, distractions et loisirs (fr)[Thème]

(opkrikken; opvijzelen; verbeteren; veredelen; beter maken), (stijging; verbetering; veredeling) — (melhorar), (melhoria; benfeitoria; aperfeiçoamento)[Thème]

(geborgenheid; veiligheid; vastigheid) — (segurança)[Thème]

(mooiigheid; knapheid; fraaiheid; schoonheid; liefelijkheid; lieflijkheid; bevalligheid), (fraaiheid) — (beleza; formosura; atrativo; graça)[Thème]

(aansporing)[Thème]

(schoon; smetteloos; proper; zindelijk) — (arranjado)[Thème]

situation économique favorable et développement (fr)[Thème]

de bonne qualité (fr)[Thème]

(rijk), (graderen; verrijken) — (rico), (enriquecer)[Thème]

exister en grande intensité de façon favorable (fr)[Thème]

(nut; voordeel; pluspunt; faciliteit; belang; belangstelling; interesse; rente) — (vantagem; comodidade; interesse; juro)[Thème]

(gunstig; bevorderlijk), (heilzaam) — (favorável), (salutar)[Caract.]