Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.015s
raisonner (fr)[Classe]
comunicar; transmitir — mededelen; meedelen[Classe]
expliquer (fr)[Thème]
décrire (fr)[Classe]
donner l'exemple (fr)[Classe]
expliquer (fr)[Classe]
rendre moins confuse, plus claire une question (fr)[Classe]
motiver (fr) - demonstrar, estabelecer, provar, validar — aantonen, bewijzen, demonstreren, hardmaken, het bewijs leveren van, staven, uitwijzen, vaststellen, waarmaken - descrever, retratar - resolver — in orde brengen - éclairer (fr) - ampliar, amplificar, enunciar, explicar, formular — opstellen, uitbreiden, uiteendoen, uiteenzetten, uitweiden over - montrer (fr) - chegar, fazer ver — aan het verstand brengen, aanslaan bij, doen beseffen, duidelijk maken, goed overkomen bij - analisar, compreender, construir, entender, explicar, interpretar, traduzir — begrijpen, nemen, opnemen, opvatten - comentar — aanmerkingen maken op, aanmerkingen maken over, becommentariëren, bekommentariëren, commentaar geven op, commentaar leveren op, commentariëren, kommentaar geven op, kommentaar leveren op, kommentariëren, opmerkingen maken op, opmerkingen maken over, toelichten, van kommentaar voorzien, verslaggeven - exemplificar, ilustrar — aanschouwelijk maken, illustreren, met platen versieren - edificar, esclarecer — inlichten, opbouwen, verbeteren, verlichten, voorlichten, vormen - rendre intelligible (fr) - aclarar, esclarecer, explicar — duiden, expliciteren, ophelderen, preciseren, toelichten, verdietsen, verduidelijken, verhelderen, verklaren - dar uma explicação, justificar — wegredeneren - elucidar, esclarecer — beredderen, bezinken, licht werpen op, redderen - expliceren, expliciteren - mettre au clair (fr) - délabyrinther (fr) - brief, legal brief (en) - parafrasear, reformular — anders formuleren, herformuleren, parafraseren, parafrazeren - expliquer à demi-mot (fr) - tirer au clair (fr) - dissiper (fr) - pedir desculpas — pardonneren, rechtvaardigen, vergeven - déblayer, débrouiller, défricher, dégrossir (fr) - esclarecer, explicar — duiden, expliceren, expliciteren, expliqueren, exponeren, preciseren, toelichten, uiteendoen, uiteenzetten, uitleggen, verdietsen, verduidelijken, verhelderen - spell something out (en) - explicar, justificar — expliqueren, motiveren, rechtvaardigen, uitleggen, verklaren, zich rechtvaardigen, zich verantwoorden[Spéc.]