arrondissement; buurt; kwartier; stadsdeel; stadsgedeelte; stadswijk — quartier d'une ville[DomainDescrip.]

voie urbaine[DomainDescrip.]

voorstad; randgemeente; buitenwijk; randgebied; randwijk; rand; grensgebied — agglomération entourant une grande ville[DomainDescrip.]

ensemble de bâtiments urbains[DomainDescrip.]

wegverkeer — circulation routière[DomainDescrip.]

opbouw; konstruktie; bebouwing; gebouw; constructie; pand; perceel; bouwwerk — édifice[DomainDescrip.]

espace urbain non construit[DomainDescrip.]

burgwal, muur, omwalling, stadswal, vestingwal, wal — mur, murs, rempart, remparts - kerktoren, klokketoren, toren — clocher - handel, verkooppunt, zaak — commerce, magasin, point de vente - arr., arrondissement, auditie, bevelschrift, distr., district, distrikt, grondgebied, kolonie, lastbrief, mandaat, provincie, rayon, revier, territorium, werkgebied, werkterrein, werkveld, wingewest, woongebied — district - afdeling, deel, element, geleding, sectie, segment, sektie — section, segment - botanische tuin, park — jardin botanique, parc - citadel, vest, veste, vesting, vestingstad — citadelle - acropole - rive - casbah, kasbah - vieille ville - jardin d'agrément - barrière - piscine municipale - prefectuur — préfecture - sous-préfecture - octroi - fortificatie, fortifikatie, vest, veste, vestingwerken — fortification, ouvrage défensif, remparts - résidence - porte[DomainDescrip.]

front urbain[DomaineDescription]