Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
être en mouvement[Classe...]
mouvement du corps[Thème]
dansen — danser[Classe]
se mouvoir (cheval)[Classe]
te voet gaan; loop; met de benenwagen gaan — aller à pied[Classe]
remuer une partie précise du corps[Classe]
trembler (personnes)[Classe]
quitter une posture pour une autre[Classe]
druk in de weer zijn, roezemoezen, roezen — activer, déchaîner, démener - bewegen, doorreizen, gaan, koersen, tijgen, voortbewegen — aller, déplacer, être en mouvement, mouvoir - frétiller - terugdeinzen — tressaillir - démancher - donner du mouvement - aftasten, dartelen, fouiller, fouilleren, keten, ronddartelen, ronddollen, stoeien, uitgelaten zijn, voorbijflitsen, voorbijschieten — ébattre, folâtrer, folichonner, gambader, jouer bruyamment - in beweging komen, uitrukken, wegrijden, zich in beweging zetten — démarrer, ébranler, mettre en mouvement, s'en aller - exciter - dépenser - opschrikken, opspringen, schrikken — sursauter - jeter - bewegen, een stap doen naar, zich verroeren — bouger, esquisser un mouvement, faire un geste, remuer[Classe]
-