Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.015s
converser (fr)[Classe]
passer un contrat (fr)[Classe]
négocier (fr)[Classe]
négocier un arrêt de combats (fr)[Classe]
sjacheren — pechinchar, regatear - afdingen, afdingen op, afpingelen, afpingelen op, kwanselen, marchanderen, pingelen, sjacheren, steggelen — barganhar, negociar, pechinchar, regatear - argumenteren, beredeneren, betogen, een betoog houden, pleiten, rationaliseren, redetwisten — argumentar, concluir, discutir - brabbelen, onderhandelen — conferenciar, falar, negociar, parlamentar - agiter une question (fr) - aanvechten, argumenteren, bediscussiëren, bediskussiëren, bestrijden, betwisten, discussiëren, discussiëren over, discuteren, discuteren over, diskussiëren, diskussiëren over, diskuteren, diskuteren over, disputeren, disputeren over, doorpraten, tegenspreken — candidatar, contestar, discutir, impugnar, questionar - tenir cabinet, tenir conseil (fr) - tegenspartelen, te kampen hebben met — lutar - onderhandelingen voeren over - in debat treden over, in discussie treden over, in diskussie treden over[Spéc.]
onderhandelen, onderhandelen over, verhandelen — negociar[Gén.]
-