geweld — force brutale pour soumettre (violence)[Classe]

agressiviteit — état affectif et caractère de la violence[Classe]

caractère combatif, polémique[Classe]

violent (personnes)[Classe]

gewelddadig; heftig; fel; hevig — d'une manière violente (personne)[Classe]

personne qui commet des actes violents[Classe]

geweld aandoen; verkrachten; aanranden — obliger qqn par la force et la violence[Classe]

bourru[Thème]

(wreed; wreedaardig), (wreedaardigheid; wreedheid; hardheid) — cruauté[Thème]

crime et délit[Thème]

inquisition[Thème]

(strijdbaar; strijdvaardig; strijdlustig), (drift; nijdigheid; kwaadheid; woede), (zich opwinden; driftig worden; boos worden; in woede ontsteken; zich kwaad maken; kwaad worden; zijn kalmte verliezen; razend worden; opstuiven) — colère[Thème]

offense[Thème]

(kaper; kaapster; terroriste; terrorist), (terrorisme; terreur) — terrorisme[Thème]

acte de violence[Thème]

frapper quelqu'un[Thème]

violer[Thème]

combat violent (sur un plan physique ou moral)[Thème]

(drift; nijdigheid; kwaadheid; woede), (woest) — violent (personnes)[Caract.]

(geweld), (agressiviteit), (gewelddadig; heftig; fel; hevig), (geweld aandoen; verkrachten; aanranden) — violence (relations humaines)[termes liés]