rendre nul (procédure juridique) (fr)[DomaineCollocation]

register (en) - execute (en) - ontbreken - beginnen aan, doorgaan, verdergaan — proceder - beamen, bekrachtigen, bevestigen, handhaven, ondersteunen, staven — apoiar, confirmar, sustentar - behalen, winnen — chegar a, ganhar - separar - motiver (fr) - compromise with, make terms with (en) - beklinken, tot stand brengen — acordar, arranjar - chicaneren, haarkloven, hakken, miereneuken, muggenziften, muggeziften, vitten — censurar, criticar - agréer (fr) - ressorteren onder, staan onder, vallen onder — depender de, ser da competência de - overmaken — transferir - repliceren, riposteren, terugkaatsen, terugzenden, van repliek dienen — replicar, responder - grossoyer (fr) - enregistrer (fr) - doorvoeren, implementeren, in practijk brengen, in praktijk brengen, ten uitvoerbrengen, ten uitvoer brengen, toepassen, toepassen (in de praktijk), uitwerken, voltrekken, volvoeren — aplicar, executar, fazer entrar em vigor, forçar, interpretar, pôr em acção?, pôr em prática - perdre (fr) - afsteken, uitspreken — pronunciar - uitschrijven - débouter (fr) - entériner (fr) - atribuir - produire (fr) - engage, strike up (en) - impétrer (fr) - purger (fr) - forclore (fr) - répéter (fr) - expédier (fr) - rôler (fr) - inblazen, oproepen — evocar, lembrar, sugerir - déclarer recevable (fr) - surseoir (fr) - retenir (fr) - nover (fr) - démettre (fr) - déporter (fr) - aanhouden, een andere keer uitstellen tot, opschorten, opschuiven, uitnodiging voor een ander moment, uitstellen, verdagen, verplaatsen, verschuiven, vertraagd, vertragen, verzetten — adiar, arquivar, atrasar, deslocar, devolver, pospor, procrastinar, protelar, repor, tornar a vestir - impeach, recuse (en) - [ occuper pour qqn ] (fr) - voor de rechter brengen, voorgeleiden, voorleiden[DomaineCollocation]