» 

dicionario analógico

geste de la main (fr)[Classe]

avoir qqch en main (fr)[Classe]

action de toucher avec la main (fr)[Classe]

hand; fik; fikken; grijper; grijpers; grijpvinger; grijpvingers; jat; jatten; klauw; klauwen; klavier; klavieren; kluif; knijper; poot; poten; tengel; tengels; vlerken; vuist; speelkaarten in de handmão; jogo; pata; cartas[Classe]

aanroeren; aankomen; komen aan; zitten aan; aanraken; aantikkentocar; comover[Classe]

en forme de main (fr)[Classe]

maladie : main (fr)[Classe]

chose qu'on met à la main (fr)[Classe]

faire un geste de la main (fr)[Classe]

action de prendre avec un organe de préhension (fr)[Classe]

vatten; nemen; de armen strengelen om; tegen zich aan drukken; de armen slaan om; in de armen sluiten; aannemen; aanvatten; aanpakken; vastbijten; stevig vasthoudenapanhar; pegar; cobrar; apertar; segurar[Classe]

thérapie manuel (fr)[Classe]

(bijval; bijvalsbetuiging; toejuiching; applaus)[Thème]

gant (fr)[Thème]

(vuistslag; stomp)(murro; soco)[Thème]

anatomie de la main (fr)[Thème]

maniabilité (fr)[Thème]

tenir (fr)[Thème]

manuscrit (original d'un document, d'un ouvrage) (fr)[Thème]

manche et poignée (objet permettant de saisir) (fr)[Thème]

(revolver; vuurwapen; geweer of pistool; blaffer; schietijzer; geweer)(revólver; arma de fogo; pistola; arma)[Thème]

main (description) (fr)[Thème]

lignes de la main (fr)[Thème]

(hand; fik; fikken; grijper; grijpers; grijpvinger; grijpvingers; jat; jatten; klauw; klauwen; klavier; klavieren; kluif; knijper; poot; poten; tengel; tengels; vlerken; vuist; speelkaarten in de hand), (aanroeren; aankomen; komen aan; zitten aan; aanraken; aantikken), (vatten; nemen; de armen strengelen om; tegen zich aan drukken; de armen slaan om; in de armen sluiten; aannemen; aanvatten; aanpakken; vastbijten; stevig vasthouden)(mão; jogo; pata; cartas), (tocar; comover), (apanhar; pegar; cobrar; apertar; segurar)[termes liés]

(hand; fik; fikken; grijper; grijpers; grijpvinger; grijpvingers; jat; jatten; klauw; klauwen; klavier; klavieren; kluif; knijper; poot; poten; tengel; tengels; vlerken; vuist; speelkaarten in de hand), (aanroeren; aankomen; komen aan; zitten aan; aanraken; aantikken), (vatten; nemen; de armen strengelen om; tegen zich aan drukken; de armen slaan om; in de armen sluiten; aannemen; aanvatten; aanpakken; vastbijten; stevig vasthouden)(mão; jogo; pata; cartas), (tocar; comover), (apanhar; pegar; cobrar; apertar; segurar)[Caract.]

-